Saturday, April 7, 2012

De misdienaar

In lang vervlogen tijden hoefden de katholieke gebedshuizen zich niet te beklagen over klandizie. Speciale bouwpastoors dreigden de beminde gelovigen met hel en verdoemenis als zij niet gul bijdroegen tot de bouw van een nieuwe kerk. Zo ook geschiede in Bloemendaal. Het godshuis is afgeladen vol tijdens de hoogmis ter inwijding van het nieuwe gebouw. De hele goegemeente knielt eerbiedig tijdens de consecratie en is muisstil terwijl de priester de hostie omhoog houdt. De uit de kluiten gewassen misdienaar Roeland zit onder de bel geknield

Hij trekt te hard aan het koord en de zware koperen bel raakt los van de muur en velt de ongelukkige jongen. Een gat in het hoofd

Wednesday, April 4, 2012

De touwbrug


De keuken


smakelijk gegeten


Een echte journalist

We staan vroeg op en verlaten opgewekt het tentenkamp. Het pad gaat over berg en dal. We inspecteren een touwbrug die ons over een diepe kloof van de ene naar de ander kant moet brengen. Het ziet er allemaal niet erg solide uit. Er mag dan ook maar één persoon te gelijk op. Ik schuifel traag over de behoorlijk zwaaiende brug en let goed op waar ik mijn voeten zet omdat er soms een plankje ontbreekt. Tot overmaat van de ramp zie ik niet dat een boer aan de overkant een soort rund de brug op stuurt. Het gevaarte begint angstaanjagend te schommelen. Ik zie het dier naderen, maar ben dan al flink over de helft, terug gaan is geen optie. Wanneer het beest mij passeert blijft er nog maar weinig ruimte over. Ik ga met mijn borst tegen het touw van de brug hangen dat als afrastering dient en probeer niet de afgrond in te kijken. Ook is het opletten geblazen dat je niet wordt geraakt door de zwiepende staart. Een vat vol slechte bacteriën. De weg is weer vrij en kijk het beest nog even na. Dan werp ik een blik in de diepte en heb dan plotseling haast om van het schommelende geval af te komen. Een rotte plank is het daar niet mee eens en mijn been zakt er tot mijn knie door heen. De schrik krijgt nu behoorlijk vat op me, want de boer vindt het allemaal te lang duren en is inmiddels ook de brug opgegaan, die nu vervaarlijk begint te zwaaien. Ik krijg mijn been uit het gat getrokken en passeer de boer, die me met een vriendelijk 'Namaste' begroet. Ik heb helaas geen tijd voor beleefdheden en haast me zo snel mogelijk de touwbrug af.

De temperatuur is intussen behoorlijk opgelopen en we genieten als we door een verkoelend stuk bos lopen. Tegen de middag bereiken we een dorpje met de melodische naam Chhipchhipe. We worden uitgenodigd voor de lunch in een hut en zien een mevrouw op haar hurken de ijzeren borden en pannen schuren in een bruinachtig stroompje water dat langs de hut loopt. Ik drink een flesje water leeg en we babbelen wat met de plaatselijke notabelen. Dan ga ik vol goede moed het tamelijk donkere bouwsel binnen. Er wordt op kleine oliestelletjes op de grond gekookt. Een duizend tal vliegen zijn ook aanwezig. Ik zet mij in kleermakerszit op de vloer, want er zijn geen stoelen. Het eten wordt opgediend op een ijzeren bord met verschillende vakjes. Rijst ,bonen, een stroperig sausjes en nog iets wat op een papje lijkt. Verder een tinnen beker melk rechtstreeks van de koe en een beker yakthee, thee met yakboter en zout. Er is geen mes en vork geserveerd, dus kneed ik de rijst samen met de bonen in een balletje en haal het door de saus. Dan draai ik mijn hand om en schiet het balletje voedsel met mijn duim de mond in. Ik drink de melk en de yakthee pas als ik klaar ben met eten, zo kan ik tenminste beleefd weigeren dat de mokken weer vol geschonken worden

De journalist die verslag doet van onze reis kijkt vol ongeloof de hut binnen, bedankt voor de lunch, hij moet dringend foto's maken van het dorp


 


 

Monday, April 2, 2012

rosie in haar splinternieuwe bedrijfsauto


Aids baby's

Wij rijden door Khayelitsha, een informele nederzetting volgebouwd met shacks. Het is 20km zuidoost van Kaapstad gelegen en er wonen makkelijk meer dan een miljoen mensen op een kluitje. 'Maak foto's,' zeg ik opgewonden tegen mijn metgezel. 'Ben je helemaal gek, zodadelijk worden we met stenen bekogeld.' Wij worden gastvrij met een kopje thee ontvangen, als wij ons melden bij het weeshuis Baphumelele. De altijd goedlachse stichtster, Rosie, maakt tijd vrij om ons over sponsoring en de dringendste nood te informeren. Nadat we een beslissing hebben genomen waarmee wij haar gaan ondersteunen, geeft ze een rondleiding. Op dit moment zijn er 150 baby's en peuters in het weeshuis. De oudere kinderen zijn in omliggende huizen gehuisvest. We sluipen door verschilde kamers waar het vol met wiegjes staat. In de gang liggen iets oudere peuters als sardines op een mat in een rij op de grond. Ze doen hun middagslaapje. Twee Duitse meisjes (engelen)offeren een deel van hun jeugd op. Ze werken hier in dit afgelegen, slechtste deel van de regio Kaapstad, als vrijwilliger. Er worden nogal eens babylijkjes in zwarte plastic zakken aangetroffen. Ze worden zo maar ergens gedropt door wanhopige drugsverslaafden, heel jonge tieners die zwanger zijn geraakt of verkracht, ouders met aids besmette baby's, of door drank en armoede aan lager wal geraakte mensen. Alle ellende is hier in deze wijk ruim van toepassing. Rosie legt de werking van de 'The hole in de wall,' uit. Een gat in de muur met een luikje, je legt de baby op een soort slede en deze rolt naar achtereren. Je kunt de baby erin leggen, maar uit veiligheidsoverwegingen kan niemand het kind er meer van de straatkant uithalen. Ik vraag aan Rosie, 'waarom staan er in elke kamer twee ijskasten?'

'Eén ijskast is voor het eten, één ijskast is voor de medicijnen'

Google gerust op 'Baphumelele'