Geld wisselen
We zijn vandaag de grens van het toenmalige Tsjecho-Slowakije overgestoken en bevinden ons in het niet ver daar vandaan gelegen Dresden. We hebben via via een adres doorgekregen waar we kunnen slapen. Het appartement waar we zijn moeten bevindt zich in een groot oud gebouw wat het vreselijke bombardement van het centrum op het einde van de tweede wereld oorlog heeft overleefd. We hebben bananen en chocolade meegenomen voor de kinderen van onze gastvrouw, die met grote ogen naar deze onbekende lekkernijen staren. We betalen in West Marken, zodat er wat spullen in de speciale buitenland winkel kan aangeschaft worden, wat in de ongelooflijk slecht gevulde Oost Duitse winkels niet te vinden is. Ik slaap in een kinderbedje, mijn benen steken eruit en rusten op een tafeltje wat achter het bedje staat. We krijgen een sleutel om buiten het appartement in de hal, waar nog drie flats op uit komen, naar het gemeenschappelijke toilet te gaan. Ondanks dat het winter is, is de flat op 25 graden verwarmd door de stadsverwarming. Er staat de hele dag een raam open, zodat de warmte dragelijk blijft.
Het doel van de stop hier in Dresden is dat we op miraculeuze wijze( zwarte markt) kaartjes hebben kunnen krijgen voor de pas weer in zijn volle glorie opgebouwde Semper Oper. Dresden is een prachtige stad maar er staan nog steeds ruines als onuitwisbare getuige van de hel die zich hier heeft afgespeeld. We genieten van het prachtige gebouw en de in de oude luister herrezen zaal met balkons. En natuurlijk van de meesterlijk uitgevoerde opera Romeo en Julia. Voor de gewone partijloze burger is het zeer moeilijk aan kaarten te komen. De mensen achter ons gezeten gingen dan ook na het eerste bedrijf weg om plaats te maken voor familie, die zo ook in staat werden gesteld een deel van de opera te zien.
Ik wandel op het Oper Theater plein richting Elbe. Na een tijdje word ik benaderd door een keurig uitziende jonge man. 'Geld wisselen,' vraagt hij kort. Ik knik, 'welke koers geef je?' 'Maal vijf.' Ik haal een briefje van honderd mark uit mijn zak. Het is nu een kwestie van heel goed op te letten, want vanaf nu kan het ergens fout gaan. Hij telt het geld wat hij moet betalen en geeft het mij. Ik tel het na, slechts vierhonderd mark in biljetten van tien, twintig en vijftig. 'Het klopt niet.' Ik houd mijn honderd mark stevig vast. De wisselaar glimlacht en legt de ontbrekende briefjes van twintig bij het geld. De jongen kijkt om zich heen en fluistert, 'politie.' Hij geeft mij het bundeltje geld en ik geef hem de honderd mark. Dan is hij er als een speer op zijn gympjes vandoor. Ik zie geen politieagent en voel tegelijkertijd nattigheid. Ik vouw het rolletje geld open. Enkele biljetten van tien mark aan de buitenkant en stukjes op de grote van geldbiljetten opgedroogd krantenpapier aan de binnenkant
mijn weddenschap om geld te wisselen zonder besodemieterd te worden is verloren
No comments:
Post a Comment