Friday, May 4, 2012

Wind

Ik heb me op mijn zeventiende aangemonsterd op de 'Nieuw Amsterdam' het oude vlaggenschip van de Holland Amerika lijn. We maken een 'Noordreis' en zijn net de haven van Southampton uitgevaren en koersen richting New York. Het is fris weer en er waait een stevige bries. De buiten- dekken zijn verlaten, de ongeveer 2500 passagiers zitten aan de lunch. Ondanks dat het schip stabilisatoren heeft begint ze op het ritme van de zee heerlijk te deinen en opzij te rollen. De golven met fiere schuimkoppen erop worden hoger en hoger en de wind blaast dat het een lieve lust is. Gekleed in mijn groene werkpak met gouden tressen op de schouders loop ik de bemanningsmess binnen en ga in de rij voor een warme hap. De vette kok kijkt me met zijn kraaloogjes in zijn groot hoofd aan, likt zijn lippen af en zegt op lijzige toon, 'heeft ze veel honger?' terwijl hij met zwier een flinke kwak aardappelpuree opschept gegarneerd met wat wortelen, jus en een bal gehakt. Het smaakt voortreffelijk en het zeemansleven maakt hongerig, dus loop ik met mijn bord naar de toog voor een tweede ronde. De ronde kok schept me weer op maar vergeet de gehaktbal. 'Chef, mag ik ook nog een balletje?' vraag ik beleefd. De kok kijkt me met een verbaasd gezicht aan en de omvangrijke supervalse vlecht lispelt dan; ' Wie zegt ze, als ze valt dan legt ze.' Vrij vertaalt betekent dit; oprotten. Terug op mijn werk op het dek, alwaar ik ligstoelen met kussens voor de passagiers moet klaarleggen, is er niet veel te doen. Slechts een meisje zit met een dikke jas aan op een dekstoel. Ze ziet er leuk uit met lang rood haar, wat vrij spel heeft in de wind, en heeft een bekoorlijk neusje omgeven door talrijke sproeten en groene met zwarte mascara omlijnde ogen. Om een excuus voor een praatje te hebben, neem ik uit een dekkast een wollen deken, vouw hem open en offreer hem aan het meisje, die de bonte warmte om haar heen drapeert. Ze schenkt me een flauwe glimlach en we raken aan de praat. De hemelse Angelique komt uit Den Helder, dus wel gewend aan wind. Dit is haar eerste echte bootreis. Ze gaat familie, die in Greenwich Village woont, opzoeken. Tijdens het gesprek wordt haar toch al bleke gezicht steeds valer, eigenlijk asgrauw. 'Ik moet overgeven,' bekent ze. Ik neem haar snel bij de arm en overbrug in enkele luttele seconden de afstand naar de reling

daar kotst ze haar hele lunch uit, maar met de tegenwind waait alles terug en blijft haar hele maaginhoud aan mijn groene pakje hangen


 

 

No comments: