36 De Bioscoop
851
De zee is kobalt blauw en zo rustig als onze
passagiers het graag willen hebben. Geen schip of land tot aan de verre horizon
te zien. Het is of we alleen op de wereld zijn en de SS Rotterdam klieft zich
op volle kracht door het water van de Caribische zee.
We bevinden ons in het begin
van de jaren zestig van de vorige eeuw.
Ik ben aan mijn nieuwe job begonnen. Badmeester aan het zwembad op het
achterdek. Ik heb geen zwemdiploma en dan is het toch, om tot deze functie door
te dringen, voor een zeventienjarige een prestatie. Het is een rustig
baantje. Ik verwijder om een uur of half
negen het veiligheidsnet van het zwembad en maak het schoon met een
zwembadstofzuiger. Dan ga ik met een stapel gebruikte handdoeken naar de
wasserij. De kortste weg is via de machinekamer, de passage daarvan duurt
slechts twee minuten, en krijg hier mijn twee dagelijkse sauna beurten. Het is
er namelijk bloedheet, totaal nat
getranspireerd verlaat ik deze donkere ruimte en het oordovend lawaai van de
machtige motoren.
De
Chinezen in de wasserij zijn altijd vriendelijk maar lastig om mee te
communiceren. Ze spreken geen Engels. Ze zijn altijd gekleed in korte broek en
T.shirt en komen hun berenwarme wasserij nauwelijks uit. Ze leven er net als in
China in de steden, op een kluitje.
Met een hoge schone stapel handdoeken ga ik terug door de sauna naar het
zwembad. Ik leg de ligbedden in het gelid en deponeer op elk ervan een kussen
en opgerolde handdoek. Mijn klanten zijn het meest oudere mensen, eigenlijk
zijn cruises voor het merendeel in trek bij gepensioneerden. De dames zijn
duidelijk in de meerderheid. Ze hebben hun, zich dood gewerkte en ook door te
veel alcohol gesloopte echtgenoten, overleefd. Ze liggen op de ligbedden met
hun uitgezakte figuren en opgezette buikjes in te strakke zwempakken, die
veelal versierd zijn met grote bloemmotieven. Ook rond het zwembad houdt de bling- bling
niet op. Om de nekken hangen dikke gouden of zilveren kettingen, om hun armen
worden armbanden van verschillende diktes en metaalsoorten gedragen en de te
korte veel al kromme vingers sieren zich met diamanten ringen, de één nog
grotere dan de andere of met kleurige joekels van sierstenen. De rimpelige
gezichten worden overdadig geschminkt met ruim rouge op de bleke wangen en alle
kleuren van de regenboog mascara rond hun ogen. Op de met een pinset bewerkte
wenkbrauwen wordt het beetje haar zwaar, zwart aangestift. De getoupeerde dunne
haardossen zijn door de kappers van het schip van platina blond tot vaal roze
gekleurd. Als de dames zich te water laten, ontdoen zij zich van al die
sierraden onder het slaken van een gilletje, ‘ik voel mij zo naakt.’ Ik, de
badmeester, moet op de rijkdommen passen. Deze lady’s zijn op z’n Amerikaans
overdadig vriendelijk en bewonderen mij.
Ik ben al in Amerika geweest en zij hebben nog nooit Europa bezocht. ‘Ik
doe dit werk om de wereld te zien,’ zeg ik altijd en Amerikanen kijken daar
naar op. Een
van de dames heeft haar kleindochter van zestien, Kitty genaamd, op de reis
meegenomen. Ze is een kopje kleiner dan
ik en heeft mooie lange blonde haren die vrolijk over haar schouders wapperen
in de zeewind. Ze zit als een zeemeermin met benen langs de pool. Het meisje komt uit Boston en haar ogen zijn
groen en draagt geen make- up. ‘Daar zien we hier al te veel van,’ zegt ze. Als
inkoppertje antwoord ik, ‘je hebt dat ook helemaal niet nodig, ik houd van
naturel.’ Als het
rustig is langs het zwembad roddelen we
zo onopvallend mogelijk(met passagiers omgaan is streng verboden en heeft op
staande voet ontslag tot gevolg) over de
passagiers, praten over Elvis Presley en andere muziek.
‘Ik heb Paul Anka op een reis van Rotterdam naar New York eens een
telegram moeten brengen,’ vertel ik. ‘Ik bel aan bij zijn hut. Hij doet open en
ik zeg, “are you mister Anka?” De man kijkt mij verbaasd aan, is helemaal niet
blij dat ik hem niet herken, grist het telegram uit mijn handen. De
gebruikelijke fooi heb ik op mijn buik kunnen schrijven.’
Het schip heeft twee bioscopen en één wordt er
tijdens een cruise niet gebruikt. Kitty en ik glippen de ongebruikte binnen,
het is er lekker donker. We sluipen naar de achterste rij en nestelen ons op de
heerlijk zachte ribfluwelen klapzetels. We genieten extra van het verbod. Ik
mag niet met passagiers omgaan en Kitty mag zich van haar oma niet met
bemanningsleden inlaten. Als het nou een
officier was nog daar aan toe, maar een badmeester kan echt niet volgens haar.
We wisselen wat intercontinentale kusjes uit
en hebben het grootste gesmoorde plezier. Plotseling steken daar twee hoofden
beneden in de zaal hun kop op tussen de rij zetels. Eén figuur, kan ik vaag zien aan de glimmende
sterren, is duidelijk een officier, de ander die van een vrouw. Wij duiken
tussen de zetels en verlaten muisstil de bioscoop. De volgende dag meren we aan
in New York en eindigt de romance.
No comments:
Post a Comment