38 Olifantenpaadje 553
Iedereen weet inmiddels, via ‘de Wereld Draait
Door’, wat een ‘olifantenpaadje’ is. Volgens Frank uit Frankrijk noemen ze het
daar ‘Chemin de l’ âne’.
Wij rijden in een 4x4 Jeep door het Addo olifantenpark in de buurt van
Port Elizabeth. Gelukkig is er een zeil over de wagen gespannen, want de zon
staat deze morgen al in zijn volle glorie te broeien aan de staalblauwe lucht.
We zien de Zebra, Kudu, Wildebeest, Eland, Antilope,Buffel en noem maar op
beesten. We spotten allerhande vogels, insecten en amfibieachtige dieren. Bij
een meertje staat een menigte olifanten ter vergadering verenigd en wassen en
plassen of klooien een beetje in de modder. De baby’s verschuilen zich half
onder hun moeders. Al met al een vredig schouwspel wat nooit verveelt. We
rijden verder als we een tijdje later een enorme olifant gewaar worden. Het is een mannetje, wat volgens onze gids, Januarie,
uit de kudde verstoten is. ‘Dit beest kan in dit geval soms wel agressief
zijn,’ verzekert hij ons. We rijden van de weg af en gaan een eindje een zeer
smal en woest paadje op om het kolossale beest wat van dichterbij te opserveren.
Het lawaai van de motor doet het dier
even opkijken. Hij loopt sneller als we dachten. Het gezelschap begint zich ongemakkelijk te
voelen, maar de gids is vol zelfvertrouwen en stopt de Jeep. We kijken ademloos
toe hoe de olifant over het grasland dichterbij komt. ‘Niet bewegen of lawaai
maken,’ zegt de gids, terwijl hij zijn motor afzet. Plotseling besluit de
olifant van richting te veranderen en stevent op het pad af waar wij met de
wagen staan. Nu verlaat hij werkelijk de prairie en loopt op ons af, kennelijk
om de kortste route naar de weg te nemen, waar wij net vandaan komen. Opeens
vinden wij dit deel van de expeditie niet zo prettig meer. De bruine gids wordt
wat bleek om zijn neus. De kolos, enkele tientallen meters van ons vandaan,
begint met zijn oren te wapperen, nu niet om zich wat koelte toe te waaien,
maar louter uit kolere. Dan stoot hij een machtig gebrul uit, gevolgd door meer
orengewapper en gestamp met zijn linker poot. Kennelijk is het beest er niet mee
eens dat wij zijn olifantenpaadje blokkeren.
De motor draait weer en giert op volle toeren. We rijden achteruit het
pad af. Maar dat is niet zo gemakkelijk. De bodem is ongelijk en vol bobbels,
we moeten ons gezicht beschermen tegen zwiepende takken van bomen en struiken.
De Jeep begint hevig te slingeren, de chauffeur/gids moet gas terug nemen. De kwaadheid van het beest is in pure razernij
veranderd. Er is hier wat voor te zeggen. We gebruiken tenslotte zijn paadje. Nu komt de olifant met luid getrompetter
werkelijk op ons afdenderen. De passagiers staren met verstarde blik, dan weer
naar onze aanvaller, dan naar het einde van het pad. We voelen dat dit mannetje
geen medelijden met ons zal hebben en ons met Jeep en al kan vermorzelen. We
maken een scherpe bocht, terwijl twee wielen van de grond willen afkomen. Januarie sukkelt door zijn zenuwen om de wagen
in de eerste versnelling te krijgen. Gelukkig kan de olifant niet zo snel
remmen en keren en passeert ons op een paar meter afstand. Dan stuiven we in
een wolk van wervelend zand weg.
No comments:
Post a Comment