40 Afrikaans avontuur 1373
Het is winter in het Noorse Bergen, dus laat
licht en vroeg donker. De sneeuw ligt lekker dik op het land. Vier
vijftigplussers, lunchen elke zaterdag in de ToKokker in Bryggen, het oude
centrum van Bergen. Het is er heerlijk warm door het houtvuur dat lustig
knettert in de openhaard. Normaal spelen ze eerst in de morgen een partijtje
golf, maar daar kan met die sneeuw geen sprake van zijn. Ze bespreken
geanimeerd, ook al door het ruim consumeren van bier, hun jaarlijkse winter golfvakantie. Kalle stelt voor nu eens een
hele andere bestemming te nemen dan altijd maar Spanje, Italië of
Portugal. Ze opperen de US, Thailand of
Turkije. Dan komt Björn met Zuid Afrika. Er volgt een discussie; ‘Zijn er wel
golfbanen?’ vraagt Kjell zich af. ‘Je wordt vermoord als je je kop uit het raam
steekt,’ oppert Arkin. ‘ Ik geloof dat er hier en daar nog dames halfnaakt rondlopen,’
verzekert Kalle met een lachend gezicht. Kalle betrekt altijd alles op
seks. ‘Zijn er fatsoenlijke wegen?’
bedenkt Kjell. ‘Word je niet opgegeten door wilde beesten of gebeten door
giftige dikke cobra‘s?’ vraagt Arkin, die altijd overal de grootste problemen
ziet. Hij vervolgt, ‘ Is er malaria en lusten krokodillen mensenvlees?’ Volgens
Kalle rijden ze daar net als in Engeland aan de verkeerde kant van de weg. Alom
problemen genoeg. Dus besluiten ze het voorstel het voordeel van de twijfel te
geven en via internet en een reisbureau nadere inlichtingen te bekomen. In hun
alcoholeuforie zien ze het avontuur wel zitten.
Een maand later in Kaapstad doen de ‘oudjes’
zich te goed aan de mooiste golfbanen, de beste restaurants en pitsen menig
topwijntje. Kjell, heeft een vechtscheiding achter de rug,
waar geld een belangrijke rol speelde. De ontrouw aan zijn vrouw moet hij duur
betalen. Hij is de oudste en enige vrijgezel van de kameraden. Hij heeft vaste
relaties afgezworen. Hij lat alleen nog maar.
In een top restaurant in het chique deel van Kaapstad, Constantia ,
heeft hij het met veel humor, aandringen
en drie restaurantbezoeken, aangelegd met de jonge Imena. Ze komt uit Namibië
en is zoals de meer dan drie miljoen Afrikaanse immigranten, naar Zuid Afrika
gekomen om er te werken en geld te verdienen. Kjell is tot over zijn oren
verliefd en vertrekt na drie weken golven vol hartzeer met zijn vrienden terug naar
Noorwegen. Doch een maand later zit hij al weer in het vliegtuig op weg naar
zijn exotische geliefde. Natuurlijk hebben al zijn vrienden hem gepest met die
vader/dochter verhouding, en zijn familie heeft hem ten sterkst afgeraden zijn
relatie, met vijf en dertig jaar verschil in leeftijd, te continueren. Maar
Kjell is niet te houden. Hij koopt een huisje in Sommerset West en gaat met
zijn ‘amoureuze’ samenwonen. Hij geniet van haar jeugd en spontaanheid. Ze trekken het hele land door en amuseren zich
met volle teugen. Het voelt alsof ze zich al in het paradijs bevinden. De jaargetijden
zijn tegenover gesteld aan Europa. Ze reizen net als de zwaluwen de zon
achterna, als het in Bergen zomert verblijven ze daar in zijn huis. De zoon van Kjell, Halvard,
wil niets meer met hem te maken hebben en verbreekt elk contact. Hij voelt de
relatie als een klap in het gezicht van zijn moeder. Patricia, de dochter van
Kjell, bezoekt hem nog wel, een vader blijft tenslotte een vader. Na
twee jaar is Imena zwanger. Een kind van een man uit Europa wordt in heel
Afrika door de vrouw als een soort verzekering beschouwd. Het koppel trouwt. Een jaar na de geboorte van Eirik wordt
Marinda geboren.
Twaalf
jaar later komt Kjell na een potje golven niet thuis. Imena geeft hem de
volgende dag als vermist op bij de politie. Vijf dagen later wordt zijn lijk,
hevig toegetakeld en tussen de rotsen aangespoeld, gevonden door twee
hengelaars in de buurt van Kleinmond. De moordenaar heeft als een waanzinnige met een mes op de Noor
ingestoken.
Zoals in alle moordzaken begint
topspeurder Jim Porter bij de naaste familieleden. De echtgenote en de kinderen,
die inmiddels elf en tien zijn, worden verhoord. Dat levert de politieman niets
op. Imena heeft een alibi. Zij was met de kinderen thuis. Dan volgt een
buurtonderzoek. Hieruit blijkt dat Jan en Alleman in het dorp op de hoogte is
van een ‘geheime ’affaire van de plaatselijke bankdirecteur, Jacob Steenslag,
een getrouwde vader van twee kinderen met de echtgenote van Kjell. Maar ook
deze vijf en veertig jarige man heeft een sluitend alibi. De vrouw van Jacob,
Maria, is niet op de hoogte van zijn ontrouw. Vanzelfsprekend is ze niet blij
met het bezoek van de politie, en het daaruit bekend worden van de buiten
echtelijke relatie van haar man. Ze komt er alras achter dat iedereen al jaren
op de hoogte is, behalve zij, en laat de sloten van het huis veranderen, bezoekt
een advocaat en deze vraagt een echtscheiding
voor haar aan.
Jim Porter’s beroepsintuïtie voelt nattigheid. Hij vraagt Maria naar het huispersoneel.
Thembla werkt twee dagen in de week als
tuinman/klusjesman en Thandi als poetsvrouw. Jim ondervraagt eerst Thandi, dat
levert niets op. Aangezien Thembla niet is komen opdagen die week, rijdt hij
met zijn assistent Mpho naar het adres in Khayelitsha, wat hem door Maria is opgegeven.
Ze verplaatsen zich discreet in een oude Polo en dragen geen uniform. Daar
aangekomen klopt de sjofel geklede Mpho zachtjes op de deur, bang dat hij anders uit
zijn voegen valt. Jim stelt zich, nonchalant, langs een van de dicht op elkaar
staande krotten op. Een tamelijk gezette vrouw doet open. Ze is de nicht van
Thembla. ‘Hij is hier zelden,’ zegt ze. ‘Hij zal wel bij zijn vrienden zitten.
Ik weet niet precies waar ze wonen, maar het moet in de buurt van mijn neef Sarel
zijn.’ Ze geeft het vlakbij gelegen adres op. Sarel is ook niet thuis, zijn
zoon verwijst hem naar een sjebien (kroeg),
een paar straten verder. Het is warm en Mpho drinkt er een biertje, kletst wat
met de stamgasten. Een behoorlijk aangeschoten man, Masilo vertelt: ‘Thembla zit
even verder met vrienden in een shack. Gisterenavond hebben ze hier feest
gevierd, iedereen getrakteerd. We zijn allemaal dronken geworden,’ zegt de man
trots. Jim en Mpho lopen (het is te smal voor de Polo)naar de bewuste plek. De
krotten staan hier allemaal op elkaars lip. Overal liggen plastic zakken en
vuilnis. De deur, gemaakt van verschillende planken, hangt op half zeven. Jim
duwt het hevig krakende geval langzaam met zijn rechter arm open, terwijl de
beide mannen elk aan één zijde er van staan. Ze gaan met getrokken pistolen de
hut binnen, die maar uit één ruimte bestaat. Ze treffen er twee man en een
onbeschrijfelijke rommel aan. Het ruikt er niet prettig. De geuren van dagga vermengd met zweet, bedorven
voedsel en urine voeren de boventoon. Sarel en Thembla zijn volledig
verbouwereerd door het plotselinge bezoek. Ze zijn stoned en hebben mogelijk
tic (goedkope drug, die de hersenen aantast) gebruikt. Voor dat ze het weten
hebben de protesterende en vreselijk scheldende mannen plastic kabelbinders om
hun polsen. Jim blijft de mannen onder schot houden en vraagt via zijn gsm om
bijstand. Mpho doorzoekt de hut en vindt een enveloppe met twaalfduizend rand verstopt
onder de onderkant van een haveloze stoelzitting. Verder ontdekt hij een
voorraadje dagga en tic in een kapotte bloempot en enkele flessen Jack Daniels onder een half doorgezakt
houten bed. Na een half uurtje worden ze
door een boevenwagen opgehaald en meteen, elk apart, in een verhoorkamer op het
politiebureau gebracht. Om middernacht geeft Thembla, in ruil voor
strafvermindering, Sarel de schuld van
het ombrengen van Kjell Gunnar voor de lieve som van 17.000 rand(+/- 1.700euro)
in opdracht van Jacob Steenslag en Imena
Naudé. Zij worden in hechtenis genomen. Nadat
het lichaam van Kjell is vrijgegeven wordt het naar Noorwegen overgevlogen, en
onder grote belangstelling begraven. Ook
de zoon van Kjell, Halvard en zijn vrouw Flora zijn hierbij aanwezig. Zij zien
hun (schoon) vader na meer dan twaalf jaar, overleden terug. De
vader van de twee kinderen is dood en de
moeder wordt voor vijftien jaar in de gevangenis opgesloten.
Halvard en Flora en hun twee dochters nemen Eirik
en Marinda liefdevol in hun gezin op.
No comments:
Post a Comment