62 Zeikwijf 1042
Op het Antwerpse trendy Zuid zitten nogal wat
kappers, en de vraag rijst dan meteen, kunnen ze ook knippen? Misschien wel,
maar mij in ieder geval niet. Het zullen vrouwenkappers of kapsters zijn, die
de ‘man’ er maar een beetje bij nemen en dan gewoon wat aanklooien. Het is snel
gedaan en hup geld in het laatje. Maar ook wij hebben onze haartrots en willen
een professional aan het werk, die ook het manshoofd ‘verstaat’.
Mijn
vrouw heeft, via de wandelgangen bij een theekransje, een adres gevonden waar
ene Tony de septer zwaait. De bewuste Tony kan ook zeer goed mannen knippen
wordt er verzekerd. Mijn
haar hangt er uitgezakt bij, is veel te lang en er is geen land meer mee te bezeilen
om er enigszins nog een coupe van te fabriceren. Ik kan het oplossen met een
dot gel, maar daar krijgt mijn hoofdhuid jeuk van. Ik heb ook geen zin om me
elke dag het lazarus te föhnen, zo ijdel zijn we nou ook weer niet. Dus opties
zijn er niet en wordt het tijd voor een bezoekje aan Tony, de vermeende
haarartiest. Op de
afgesproken tijd, 2 uur, parkeer ik mijn fiets tegen de gevel, bescherm hem
tegen diefstal door het slot erop te gooien en daar bovenop nog eens een
indrukwekkende fietsketting om het wiel en het frame te bevestigen. Ja, ik houd
van mijn Achiel damesfiets. Ik betreed de moderne in veel wit ‘gekleurde’ salon
waar twee hippe kapsters zich met klanten bezig houden. De enige man in de
zaak, dus misschien Tony, staat me al op te wachten en ik geef hem een hand.
‘Marcel’, stel ik mij voor,‘ik heb een afspraak met Tony.’ ‘Dat komt goed uit
want dat ben ik,’ zegt hij gevat. De barbier van veertig plus draagt een wit T-shirt,
maar dan zonder mouwen, en dus zijn zijn ruim voorziene tatoeages met fel
gekleurde afbeeldingen op zijn armen mooi te zien. Uit de V-hals kruipen vrolijk
gekrulde donker blonde borstharen. Zijn kapsel is kort en zwart geverfd en in
die achterlijke Ronaldostijl geknipt. Zijn uiterlijk geeft aan dat hij een
jongen van deze tijd is en de mode op de voet volgt. Tijdens de wasbeurt
praten we over de bekende koetjes en ook nog wat kalfjes in het bijzonder. Er
loopt een irritant straaltje water bij het shampoo afspoelen mijn kraag in,
maar dit wordt ruimschoots vergoed door een korte hoofdmassage, die me samen
met het gemorste vocht een rilling langs mijn rug bezorgt. Uit de gesprekken
blijkt dat Tony, in tegenstelling tot wat veel in het kappersvak voorkomt, geen
Pielepoot is. We
verhuizen naar de kappersstoel, waar het eigenlijke knipwerk moet gebeuren. De
haarsnijder informeert hoe mijn haar geknipt moet worden en deze jongen is
voorbereid op de voor de hand liggende vraag. Ik haal mijn I-phone te
voorschijn en na enig prutsen en zoeken komt daar een foto van de alom geprezen
Mattijs van Nieuwkerk te voorschijn incluis zijn weelderig geföhnde haardos. ‘Een coupe zo’n
beetje als deze heer heeft, en absoluut niet opzij kaal geschoren en te kort
geknipt,’ zeg ik met overtuiging. ‘Moet kunnen,‘ zegt de haarknipper, maar ik
kan aan zijn gezichtstaal aflezen, dat hij die haardracht maar hopeloos
ouderwets vindt. ‘Anders
kom ik het huis niet meer binnen.’ zeg ik hem ten overvloede. ‘Zullen we dan maar aan de Ronaldo coupe gaan
beginnen?’ antwoordt Tony vrolijk. ‘Een
andere keer misschien, ik ben al vijf en veertig jaar met dezelfde vrouw
getrouwd. Wat lang hè!’ ‘En begint het al te wennen,’kopt Tony in? ‘Helemaal
wennen doet het nooit maar we passen ons aan.’ ‘Helaas
dan maar het M.v. N. kapsel,’ gaat hij overstag. Net
als de kapper zijn scharen en kammen bij elkaar gezocht heeft en aan het
knippen wil slaan, zien we in de spiegel een blonde, klein beetje mollige, doch
zeer aantrekkelijke klant de salon betreden. Ik schat een jaar of vijf en
twintig. De Figaro verlaat dadelijk mijn hoofd om de dame te verwelkomen en
roept een, achter een gesloten deur verblijvende employee, om te komen helpen.
De klant in kwestie zijgt neer in een stoel en legt de baas en de kapster
omstandig uit wat ze wil. Ze documenteert haar verlangens met foto’s op haar
I-phone. Omdat ik toch even niets te doen heb en aan de kappersstoel gekluisterd
zit volg ik zo half en half het gesprek. Het komt er op neer dat de twee vorige
kappers waar ze geweest is, haar niet tot het voor haar bevredigende resultaat
hebben kunnen behandelen. Ze hebben haar haar niet met de juiste
kleurschakeringen ingekleurd en ook het knippen an zieg had niet het gewenste
resultaat. Ik zie Tony rustig argumenteren. Hij stelt dat het voor hen
onmogelijk is het werk van collega kappers te modificeren. Steeds maar weer
andere kleuren over de bestaande mix gaat niet goed werken. De klant denkt dat
ze koningin is en tatert maar door over wat ze wil en versterkt haar argumenten
weer door vele shots op haar telefoon te tonen. Na meer dan tien minuten keert
mijn coiffeur niet meer zo enthousiast als hij op de jonge dame afging, met
zijn ogen draaiend en zachtjes blazend terug naar mij, zijn klant, waar hij mee
bezig is en die geduldig zit te wachten. Hij legt mij mopperend zachtjes en
discreet de onmogelijke eisen van de klant uit en vertelt dat hij niet aan de
reparatie gaat beginnen. Ik bestempel volledig zijn gelijk, ook al uit eigenbelang,
want Tony moet nog beginnen met mijn haar. En wie weet als ik hem nog meer
verontwaardig door te zeggen dat hij niet zo kinderachtig moet zijn en het
haarongelukkige vrouwtje moet helpen, hij mijn hoofd in een coupe omtovert dat
de huidige voetbalcracks, Ronaldo incluis, tot voorbeeld kan dienen Als ik de kapsalon wil verlaten met een tevreden resultaat zie ik na het
afrekenen, dat er nog steeds gediscussieerd wordt. De nu zielsongelukkige klant
blijft maar doorzagen en raakt uit haar sloffen, omdat ze niet geholpen wordt. Een
andere kapster verlaat haar klant om ook een steentje aan het dispuut bij te
dragen.
Zal het
door het verlies aan tijd die ‘Zeikwijven’ veroorzaken komen, dat ik voor nog
geen tien minuten kapperstijd vijf en dertig euro moet betalen?