Sunday, May 10, 2020




         466                                             66 Beijing, het Tiananmen Plein


We lopen langs de muur van de Verboden stad en komen zo in een lange rij geduldig aanschuivend volk terecht op weg naar het Tiananmen plein of te wel; het plein van de Hemelse Vrede. Het grootste plein ter wereld. Vanwege het met bloedig geweld neerslaan van het studentenprotest op 4 juni 1989  met honderden doden tot gevolg, is de naam zachtjes gezegd wel behoorlijk cynisch.
De veiligheidsmaatregelen zijn zeer streng om op het gigantische plein te komen. Het is bloedje heet, gelukkig geven bomen de broodnodige schaduw. Eindelijk zijn we door de controle en worden meteen geconfronteerd met een enorm portret van de ex grote roerganger Mao, dat (ont)siert  onze eerste blik op dat deel van het plein waar de poort van de Hemelse Vrede is. Deze poort is tevens een ingang naar de Verboden Stad.
Aan de linkerkant liggen gigantische regeringsgebouwen, waarvan er een de grote volkszaal is, waarin het Chinese parlement is gevestigd, in de welke wel 1000 mensen kunnen vergaderen. Er is ook nog een spoorwegmuseum en het Nationaal Museum van China. Dominant manifesteert zich ook de obelisk ter ere van de volkhelden van de revolutie. En natuurlijk het mausoleum van Mao, voor vele nog een held. Deze held heeft onder andere gedurende de culturele revolutie slechts enkele miljoenen mensen over de kling gejaagd. Alleen al voor dit wapenfeit verdien je zulk een eerbetoon.
Een drukke brede boulevard met autoverkeer snijdt de plek in twee delen, wat wel jammer is.
We lopen niet het hele plein af, want het is eenvoudig te groot en we hebben al genoeg gelopen in de hitte. Het is ook niet zo speciaal, dus het gevoel er te zijn geweest is genoeg en we besluiten de auto weer op te zoeken.  Het is dan nog eens een hele wandel terug naar de parkeergarage. Taxichauffeurs willen ons er niet naar toe brengen, ze vinden het ritje te kort en het is te druk.
Eindelijk aangekomen kunnen we de auto niet vinden. We voelen ons behoorlijk lullig, want we zijn zeker dat we hem hier achtergelaten hebben. We lopen rond, zoeken, gaan weer naar buiten en naar binnen en het is al zo warm, we hebben dorst en moeten naar de w.c. Tenslotte ontdekken we een andere lift en nemen deze naar beneden, en ja hoor, tot onze grote opluchting staat daar de wagen trouw in het hoekje te wachten, waar we hem hebben achtergelaten. Ook vinden we een openbaar toilet, waarvan er in China ruimschoots voldoende zijn. Op de hoek van de garage kopen we bij een stalletje lekker fris water.

We scheuren op de bekende  wijze weer terug naar het schip zonder echt acht te slaan op de verkeersregels en komen behouden aan. We permiteren ons wel even een kleine siesta voor het avondeten, daar we wel een beetje stukgelopen zijn.

Sunday, May 3, 2020




        65                                           690 Peking, de Verboden Stad



Om negen uur verlaten we de douane hal en zien onze chauffeur reeds met ronkende motoren onder aan de trap klaarstaan. Op naar Beijing, zo'n 150 km ver en zijn Forbidden City. Nikki alias Heng Lada Lauda heeft er zin in en in een bovennormaal tempo stuurt hij zijn, ik denk opgevoerde Lada, door het verkeer. Wij, de passagiers, geven ons over aan onze sinds gisteren aangeschafte leermeester Boeddha en laten alweer Gods water of Gods akkers vloeien.
We komen veilig aan in de hoofdstad, alwaar het verkeer stapvoets gaat. We zijn niet de enige op weg naar de grote attracties. Kaartjes om de Forbidden City in te komen zijn al maanden uitverkocht, maar ik weet uit ervaring dat in communistische landen de corruptie welig tiert en geld deuren kan open maken, die voor de niet zo handige toerist of modale inwoner gesloten blijven. En zo geschiede;
We hebben eerst geluk met het vinden, niet zo ver van onze bestemming, van een parkeerplaats in een parkeergarage. We wandelen met Heng naar de F.C. en moeten goed bijelkaar blijven want de drukte neemt akelig benauwde vormen aan en het is dan ook nog eens bere warm.
Vlakbij de muur van de F.C., in de krioelende massa spreekt ons een Chinese jonge man aan van zo'n 25 jaar. 'Willen jullie kaartjes en een gids,' We knikken van ja, en dan begint een eindeloos gepalaver tussen de verkoper /gids in het Chinees en ook tussen ons, maar dan in het Engels, dat hij vloeiend beheerst. Eindelijk is er een plaats en uur met onze chauffeur afgesproken waar we ons weer zullen ontmoeten. Voor Heng geen kaartje, de jonge man die zich voorstelt als Deng, is behoorlijk zenuwachtig en kijkt steeds om zich heen en doet nogal neerbuigend tegenover onze Heng. Ook de prijs is rond. 600Yuan p.p. zijnde 80 euro. 'Veel te duur natuurlijk, maar wat moet je anders.'
Het is een aardig stuk lopen naar een ingang en de gids loopt zo snel, dat we hem dreigen kwijt te raken in de massa. Ook lijkt het of hij bang is dat hij wordt gevolgd. Eindelijk komen we aan bij een ticketloket en vraagt Deng ons geld om ze te betalen. Hij haalt de kaartjes, die bijna niets kosten en hij al blijkbaar eerder besteld heeft als gids.
We zijn eindelijk binnen en lopen langs grote  oude Chinese gebouwen en over vele pleinen. Alles zeer ruim opgezet.
Dan gaan we in de schaduw zitten en vraagt onze gids om zijn geld. Ik zeg hem dat we betalen als de toer geleverd is, want ik ben bang, dat hij hem smeert met kaartjes en al en wij verloren zijn, omdat we niet weten, waar het redez-vous met onze chauffeur is. Deng wordt behoorlijk agressief, maar ik houd voet bij stuk. Hij krijgt zijn geld als we weer bij onze chauffeur zijn. Na een tijdje dreigen en lekker kwaad wezen, beweert hij al een bedrogen te zijn, en klanten hard zonder te betalen weggelopen zijn. Wat ik me wel kan voorstellen met zo'n arrogante gids, maar ik zeg maar niets. Hij vertelt dat hij een rijk man is en huizen in Londen bezit. 'Fijn voor jou,' zeg ik. 'Ik loop met een stok, dus hard weglopen zal in mijn geval wel meevallen,' zeg ik lachend, maar de Chinees heeft weinig gevoel voor humor en blijft maar doorzeiken. Tenslotten haalt hij bakzeil en vertelt ons wat van de geschiedenis van het complex en bezoeken ook wat gebouwen van binnen. De heersers in de oude tijden waren niet te bleu om zacht gezegd 'wat' optrekjes neer te planten. Deng groet de suppoosten, dus ze kennen hem wel hier.   
Er zijn heel wat stelletjes die gaan trouwen en de dames zijn allemaal gekleed in sierlijke rode jurken en worden druk gefotograveerd met de prachtige gebouwen als achtergrond.
Na drie en een half uur zijn we weer terug bij onze chauffeuren en betalen we netjes de gids, die al weer wat vriendelijker is geworden de laatste twee uur.
We hebben in iedergeval een deeltje van de verboden Stad gezien.

Saturday, May 2, 2020



      64                                              838 The Great Wall

Ons schip 'The Sejourn' meert om een uur of elf af in Tianjin, de haven van Beying wat zo'n 180 km landinwaarts ligt. Daar het al vrij laat is gaan we als de wiede weerga van boord. We hebben al een visum in Londen aangeschaft, die ons vlot door de douane laat gaan. Buiten het douanegebouw aangekomen wil ik onderhandelen met een taxifixer, (onderhandelen is mijn hobby) maar tot mijn spijt valt er niets te ritselen. De prijs is 1500 yuan per dag, 'basta, te neme of te late, maakt de barse fixer me duidelijk. Dat is zeg maar 190 euro. (Vergeleken met de afleggersprijzen die ze op ons schip rekenen is het heel redelijk).
We maken kennis met onze chauffeur van zo ongeveer veertig jaar, die ook zo ongeveer twee woorden Engels rijk is, zijnde yes en no. Maar geen paniek, zijn telefoon heeft een vertalerapp.
Wij spreken Engels in de cellphone en er komt Chinees uit, en natuurlijk visa versa andersom.
Het werkt perfect.
We lopen naar zijn wagen als er een bevallige vol zwartharige dame vrij agressief vraagt of ze mee mag rijden. Ik herken in haar de ongeveer dertig jarige Amerikaanse vrouw, die lezingen geeft op de boot over China. En laat zij nou juist het type zijn wat ik niet de hele dag als gezeltschap wil hebben, nl een dominant Amerikaans persoon, die alles beter weet, en je dus geen eigen baas meer bent voor die dag. Ik zeg haar een beetje bot dat ik het niet wil. De junior prof van de Michigan uni is zichtbaar teleurgesteld.
Omdat het 1 mei is viert heel China vier dagen lang de dag van de arbeid. We zijn dus niet de enige die op weg zijn naar de Grote Muur. Het saaie gedeelte op de vierbaans weg is qua drukte te doen, maar dan slaan we af en wordt het een tweebaansweg. Het is groen en heuvelachtig, dus aangenaam om doorheen te rijden. Een beetje natuur na al dat oneindige water op zee doet deugd. maar al spoedig wordt het zo druk dat het laatste stuk zelfs stapvoets gaat. En zo mooi is de natuur nou ook weer niet, dat dit het rechtvaardigt. We rijden door klein lelijke boerendorpjes met hier en daar een terrasje. De verleiding is groot, maar we besluiten ons daar niet op te verpozen, daar we ook weer terug moeten en we niet weten hoe lang het duurt wanneer we zullen arriveren.
Tenslotte zien we na drie uur in de heuvels de bruine muur slingeren. Een imposant gezicht. Een stief kwartiertje later zijn we op onze bestemming en strekken we de stijve benen. Onze chauffeur Heng zet ons af en gaat de auto parkeren. Op een pleintje is het een vrolijke drukte met een aantal souvenirstalletjes en daar kopen we ook de entree kaartjes. We gaan de muur op via hoge trappen. Een hele klus voor de oudere doorgaans kleine Chinezen en mij met mijn slechte knie. Dit gedeelte is duidelijk gerenoveerd, het ziet er goed uit voor zo'n oud gigantisch bouwwerk. De muur is breed  en op gezette afstanden versterkt met torens. We bestijgen een stijle trap en hebben op de toren een groots uitzicht over de vallei en rondom liggende heuvels. We zien de muur als een gigantische slang zich over het landschap slingeren. We lopen een tijdje rond. Ik heb het idee dat Susie met haar weelderige blonde haren ook een grote attractie is en net zo veel wordt gefotograveerd als de muur zelf. Hele families maken kiekjes met ons in hun midden. Kinderen spreken ons aan met 'hallo, how are you?' en zijn fier als hun familie ziet dat ze antwoord van ons krijgen. Het is dus zeer gezellig en wij voelen ons VIPS met al die aandacht. Daarna bezoeken we een tuin met wat oude gebouwen en drinken een flesje water bij een fontein.  Het zal dertig graden zijn, dus blijven zoveel mogelijk in de schaduw. We slaan het doolhof, dat in de tuin gelegen is maar over, het bevindt zich zonder bescherming onder de volle koperen ploert.
Teruggekomen bij de kraampjes zien we onze Heng naar ons zwaaien. Ik had hem eigenlijk niet herkent, voor ons lijken Chinezen wel een beetje op elkaar. We stappen na een sanitair uitstapje in de auto. Het eerste uur gaat zeer traag en we dommelen wat in. Dan komen we op de snelweg en ontpopt Heng zich als een eerste klas Nikki Lauda. Hij haalt links rechts troelala in en schuwt niet hiervoor dikwijls de vluchtstrook te gebruiken. Ik zeg Susie maar een beetje te gaan soezen en niet uit de raampjes te kijken. Er is trouwens toch niet veel te zien. Ik doe wat ik in Nepal heb geleerd en laat Gods water over Gods akker lopen en relax en laat Heng's rijstijl dus maar over me heen komen. De 'Boeddhistische Mind', ogen geloken en verstand op nul.
We komen veilig bij het schip aan en spreken voor de volgende dag om negen uur weer af met onze chauffeur en wensen hem 'wan shang hao' oftewel goedenavond.